Skip to main content

De klassieke baitcaster

(Haak 1 2025 door Ton Hopmann) In de herfst en winter vist Ton Hopmann graag op de snoek in de polder, het liefst met lichte en ultralichte hengels met spinner, lepel, tubefly en streamer. Enkele jaren geleden voegde hij daar een klassieke baitcasterhengel aan toe. Een oude holglas met revolvergreep uit de jaren zeventig. Een jongensdroom kwam daarmee tot leven.


tonmetsnoek415

Wat bedoel ik met een klassieke baitcaster? Dit is een oude holglas baitcasterhengel met revolvergreep uit de jaren zeventig of ouder, veelal van Amerikaanse of Zweedse makelij, in combinatie met een rond model ABU reel van het type Ambassadeur. In Amerika werd en wordt traditioneel veel met de baitcaster gevist en er zijn vele modellen gemaakt en te koop; meestal op Marktplaats voor weinig geld. Zodoende bezit ik momenteel een Fenwick en een Garcia Conolon.

ABU heeft vroeger veel modellen holglas baitcasters gemaakt. Als jongen keek ik toentertijd verlekkerd in de ABU catalogi - meegenomen vanaf de Visma waar ik jaarlijks met mijn vader en jongere broer te vinden was. Ik bleef vaak hangen op de pagina’s met de prachtige rode ABU Ambassadeur werpreels. Het bleef bij bewonderen daar ik behalve de prijs vooral het werpen ermee als iets onbereikbaars achtte. Ook wist ik niet goed wat ik met een werpreel in onze vaderlandse polders moest aanvangen.

Dit beeld veranderde toen ik enkele jaren geleden mijn visvriend Peter Linzell zag werpen, vissen en veel snoek zag vangen met met pluggen en een oldskool ABU baitcasterhengel en ronde ABU Ambassadeur werpreel. Peter kan zeer goed met baitcasters en werpreels overweg en na wat meekijken dacht ik: dit wil ik tóch eens gaan proberen. Toen moest er natuurlijk materiaal komen. Na wat speuren vond ik op Marktplaats in korte tijd een oldskool Fenwick baitcaster en een (uiteraard rode!) ABU Ambassadeur 5000, beide voor een zeer redelijke prijs. De reel was rechtsdraaiend maar dat leek me vooral een kwestie van wennen. Nog wat pluggen op advies van Peter aangeschaft en ik was klaar om mijn eerste worpen met de nieuwe set te gaan maken. Alles had me vrij weinig geld gekost en mocht het tegenvallen, dan kon ik het waarschijnlijk gemakkelijk weer van de hand doen.

Het snoekseizoen was ondertussen afgelopen en ik toog naar een water waar volgens mij geen snoek zit; het ging mij puur en alleen om het leren werpen. Als groot bewonderaar van de oude meester Jan Schreiner las ik in een van zijn boeken hoe je de reel kon afstellen. Optuigen, afstellen en proberen maar. Ik maakte een klein worpje van een meter of 5; dat ging goed, nog een keer en nog een keer, dan ietsje verder, nog verder, en verder en na een minuut of 10 haalde ik de 20 meter al. Binnen het halfuur wierp ik de 26 grams ABU HiLo met verstelbare schoep al tegen de 30 meter, en dat zonder de boel in de war te gooien. Ik deed dat met gewone nylon met een dikte van 30/00 mm. Ik was zelf verbaasd dat het werpen me zo gemakkelijk af ging; ik was immers al jaren en jaren in de veronderstelling dat het werpen met de reel voorbehouden was aan de zeer hooggeschoolden in het hengelsportcollege.

tonmetsnoek2415

Achteraf denk ik dat de ervaring met de gewone werpmolen - ik vis met kunstaas ouderwets met het vingertje op de spoel zoals Jan Schreiner dat in zijn vele boeken uit de doeken deed – meespeelt in het beheersen van de lijnafgifte van de reel. Met een molen stop ik de lijnafgifte, net voordat het kunstaas het wateroppervlak raakt, door de wijsvinger op de spoelrand te leggen; met de reel doe je dat met je duim. Daar mijn reel rechtsdraaiend is (zoals het oorspronkelijk was, want linksdraaiende exemplaren kwamen pas later op de markt als tegemoetkoming aan linksdraaiende molenvissers) moest ik na de worp de hengel overpakken om met rechts te kunnen binnen draaien. Dit leverde in het geheel geen problemen op: dat wennen ging zeer snel en ik weet ondertussen niet beter meer. Ik moet nu zelfs wennen aan een reel die links draait!

Goed, nu was het wachten op ons snoekseizoen in oktober. De eerste afspraken om met de baitcaster te vissen waren met Peter; hij kon me verder adviseren betreft het werpen en het vissen met de ABU HiLo met verstelbare schoep zodat je op verschillende waterdiepten kan vissen (fijn wanneer je een diepere vaart tegenkomt) en later ook enkele modellen Mann’s pluggen. Al snel kon ik de eerste snoeken op de klassieke baitcaster vangen en was ik een leuke wijze van het vissen op snoek rijker. Het oude glas buigt prachtig progressief tot aan de handgreep tijdens het drillen van een snoek en werpt door de buiging erg gemakkelijk.

Ondertussen bezit ik een eenhandige holglas baitcaster van Fenwick met revolvergreep en een werpvermogen van ½ tot 1 oz (ongeveer 14 tot 28 gram), een lichtere en eveneens eenhandige Garcia Conolon met een vermogen van ½ tot ¾ oz (ongeveer 14 tot 21 gram) en voor groot water een tweehandige Wout van Leeuwen grafiet baitcaster en een vermogen van ongeveer 1 oz (1 ounce dus ongeveer 30 gram). Overigens vind ik het vissen met een baitcaster met een werpvermogen van ongeveer 30 gram de zwaarste hengel die ik in de polder wil inzetten omdat er anders erg weinig plezier van de dril van de gemiddelde poldersnoek overblijft. Een metersnoek is er uiteraard ook zonder problemen mee te vangen.

Persoonlijk heb ik sterk de voorkeur voor ouder hengelmateriaal. Ik vind het mooi en het voldoet nog altijd uitstekend. Wat toen goed was, is het nu nog. Het oude holglas buigt erg fraai en gemakkelijk door. Hierdoor wordt de dril vanzelf mooier. Bovendien blijft de vis vrij rustig door het gebruik van nylon dat enige rek vertoont.

tonmetsnoek3415

Met de baitcaster vind ik het vooral leuk om met pluggen te vissen. Het is even zoeken welke pluggen voor de hengel geschikt zijn. De 26 grams drijvende HiLo is erg goed en soms nog te koop, de oude bekende Shakespeare Big S is nog steeds geweldig maar loopt voor de huidige polders vaak net te diep en pakt dan veel vuil.

Glidebaits zijn ook fijn te vissen op de baitcaster. Veel oude pluggen worden niet meer gemaakt maar er zijn gelukkig ook weer veel nieuwe en goede modellen op de markt gekomen. Uiteraard kan er ook ander compact kunstaas geworpen worden zoals lepels en shads maar daar heb ik (nog) geen ervaring mee.

Het plezier van het baitcasten zit hem vooral in het werpen en je kunstaas precies op de plek te laten landen waar je wilt. Af en toe werp ik de boel weleens in de war, dat gebeurt bij een werpmolen ook weleens, maar het is meestal gemakkelijk te ontwarren. In de polder kom ik nooit iemand tegen met een oude holglas baitcaster; een enkeling vist ermee op de visclub waar ik lid van ben, De Schreineriaan.

Ik vind het vissen met de (lichte) klassieke baitcaster en werpreel niet moeilijk. Voor mij is het een fijne combinatie voor het vissen met kunstaas van uiteenlopende gewichten. Wie weet ook voor u?