Karpers tussen winter & voorjaar (Haak 1 2024)
(Gepubliceerd in HAAK 1 2024) Als karpervisser weet je dat je kansen in het voorjaar flink toenemen. Toch blijft het wel opletten geblazen dat je niet te enthousiast grote voerplekken aan gaat leggen.
Je moet wel rekening houden met de verschillen tussen vissen op karper in de winter en in het voorjaar. In het voorjaar is het bijvoorbeeld belangrijk om de stekken te bevissen waar de zon het water verwarmd heeft. Gijs Nederlof & Paul Breedveld nemen je aan de hand in dit artikel.
Door Gijs Nederlof & Paul Breedveld
Als je dit leest is het begin maart en elke karpervisser weet wat dat betekent; de karpers beginnen weer wakker te worden en de kans om een leuke visje te vangen wordt langzamerhand weer groter. ´s Winters aast de karper over het algemeen een stuk minder. Het koudere water zorgt er voor dat er veel minder actie in de koudbloedige dieren zit en dat ze vaak gegroepeerd ergens bij elkaar liggen. Afhankelijk van de weersomstandigheden in het voorjaar kan het zomaar zijn dat hier maar weinig in verandert. De karpers gaan pas bewegen als de watertemperatuur stijgt en de zon aan kracht wint.
Als je in het vroege voorjaar veel 20 mm boilies blijft voeren, dan kan het wel eens lastig worden. In het voorjaar gaat de voorkeur, net als in de winter, uit naar het opbouwen van een lokvoerplek met Sweet Corn. Sweet Corn (maïs) is makkelijk verteerbaar en valt door de gele kleur enorm op. Maak echter niet de vergissing om te veel te voeren. Meer voeren kan altijd nog als de vis op die stek goed blijkt te azen. Je kunt beter een paar stekken voorzichtig aanvoeren en deze afvissen, dan alles in te zetten op één stek. Probeer de voerstek geconcentreerd te houden. De aanwezige karpers zijn nog niet zo beweeglijk en een grote voerstek vergroot alleen maar de kans dat ze je mini-boilie of Sweet Corn niet zien en dan schiet het ook niet op.
Vastlood of feeder?
Je uitrusting verandert niet zoveel ten opzichte van de winter. Je hebt nu eenmaal stevig materiaal nodig voor een sterke vis. Als je niet per se je’pr’hoeft te verbeteren in het voorjaar, kun je ook gewoon op kleinere karpers gaan vissen. In dat geval is het aan te raden om je materiaal ook eens wat lichter te maken. Zo kun je voor een lichtere (vastlood) afstandhengel kiezen, bijvoorbeeld een 2 lb in plaats van een 3lb hengel. Je kunt dan meteen je lijndikte of breeksterkte naar beneden bijstellen. Steeds meer karpervissers kiezen er zelfs voor om een Heavy Feeder hengel in te gaan zetten. Zeker in het voorjaar kan het wel eens slim zijn om met zo licht mogelijk materiaal aan de slag te gaan. De karpers zijn in deze periode immers nog steeds voorzichtig. De bekende karpervisser hengelsportauteur Kees Ketting hanteerde niet voor niets het motto ‘Vis zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig’. Met deze stelling in ons achterhoofd stellen we ons materiaal samen.
Met het toevoegen van additieven zijn we eigenlijk altijd voorzichtig. De strategie voor het inzetten van additieven verandert in het voorjaar t.o.v. de winterperiode ook niet zoveel. Als de watertemperatuur onder de tien graden blijft, kies dan bij voorkeur niet voor oliehoudende toevoegingen. Olie lost slecht op onder een watertemperatuur van tien graden. De voorkeur gaat ook in het voorjaar uit naar additieven op alcoholbasis. Alcohol is vluchtiger dan visolie en lost bij deze lage temperaturen beter op, waardoor de aroma’s beter vrijkomen. Als alternatief voor olie kun je ook suikersiroop inzetten. Deze toevoeging is een perfecte vervanger voor oliehoudende lokstoffen in de winter.
Als haakaas kiezen we in het voorjaar vaak voor Sweet Corn en felgekleurde mini-boilies van 8 tot 14 mm. Als je voorkeur uitgaat naar een ander soort aas, kies er dan wel eentje met een felle kleur. Het is belangrijk dat je de aanwezige vis triggert om eens een kijkje te komen nemen op je voerplek en dan zou het zomaar kunnen dat ze die kleurige mini-boilie makkelijker ‘oprapen’.
Stekken zoeken
’s Winters zoeken karpers elkaar vaak op. Ze groeperen in ondieper water, onder takken, of gaan in de buurt van obstakels als brugpijlers liggen. Veel beweging zit er in deze periode bij de vis niet meer in waardoor jij ze echt op moet zoeken. Het voorjaar is zo’n overgangsperiode. Zolang de watertemperatuur niet noemenswaardig stijgt, blijven ze een beetje in de wintermodus. Als het water af en toe wat stroomt heb je kans dat ze wat rondzwemmen en zo op je voerstek terechtkomen. Het blijft echter zaak om je vooraf goed te verdiepen in het viswater waar je wil vissen. Met een voerbootje en fishfinder rondkijken levert bijvoorbeeld heel veel informatie op.
Als het zonnetje een beetje gaat schijnen en aan kracht wint, ga je de voorjaarsfase in. De vis begint meer te bewegen en komt los van de winterstekken. Hou in deze fase vooral de stekken in de gaten waar de zon op schijnt en het water verwarmt. Ook de plaatsen waar de ‘warme wind’ op blaast, willen dan wel eens een schitterende voorjaarskarper opleveren. Een beschutte stek met een zonnetje, is dus een plek om in de gaten te houden. Grote kans dat daar in de middag een paar karpers opduiken om lekker te gaan genieten van de voorjaarszon. Als jij dan je haakaas daar hebt liggen, maak je meer kans. Kortom, ook in het voorjaar is het vaak zoeken geblazen om ze te vinden en tot azen aan te zetten.
Nog een tip: als het water dieper is dan twee meter, probeer ook eens een ‘zig-rig’ op 1,5 meter van de bodem in te zetten. In het voorjaar komt de vis omhoog als het zonnetje schijnt. Ze zwemmen dan vaak net onder de wateroppervlakte om te genieten van het voorjaarszonnetje. Tijdens het zwemmen pikken ze dan mee wat er aan voedsel voor de neus verschijnt.
Ideaal zijn de stekken waar warmer water instroomt. Bevisbare plaatsen bij energiecentrales of rioolwaterreinigingen zijn vaak een paar graden warmer waardoor de kans toeneemt dat daar actieve vissen rondhangen. Goede vangst!